Heeft deze informatie u geholpen?
Hoe kunnen we dit artikel nog verbeteren?
Small Computer System Interface (SCSI) is een veelgebruikt protocol voor het aansturen van rechtstreeks aangesloten opslagapparaten. Internet SCSI (iSCSI) gebruikt het SCSI-protocol op netwerkvolumes. iSCSI werkt boven op het Transport Control Protocol (TCP) en zorgt ervoor dat SCSI-opdrachten kunnen worden verzonden via een lokaal netwerk (LAN), een Wide Area Network (WAN) of internet.
Uw iSCSI-netwerk vereist vier componenten:
Gegevensnetwerk: iSCSI vereist een IP-gebaseerd netwerk voor gegevenstransport tussen systemen met initiators (servers) en doelen (opslagvolumes of -arrays).
Beheernetwerk: om de toepasselijke iSCSI-poorten van de Lyve Mobile Rackmount Receiver te configureren moet een Windows- of Mac-computer waarop de Lyve Client Software-app is geïnstalleerd, toegang hebben tot hetzelfde beheernetwerk dat verbonden is met een Ethernet-beheerpoort aan de achterzijde van de Rackmount Receiver. Zorg ervoor dat u de Ethernet-beheerpoort gebruikt voor de sleuf waarin het Lyve Mobile Array-apparaat is geplaatst.
iSCSI-doel: het doel is een opslagvolume dat, of een opslagarray die, is aangesloten op het netwerk. In de volgende instructies is het iSCSI-doel een volume in een Lyve Mobile Array die in een Lyve Mobile Rackmount Receiver is geplaatst.
iSCSI-initiator: de initiator is de softwarecomponent die zich op een server bevindt die is geconfigureerd om verbinding te maken met een iSCSI-doel. Door een iSCSI-initiator te gebruiken, kunnen doelvolumes op een server worden gekoppeld alsof het lokale volumes zijn.
Wijs de volgende informatie toe of verkrijg deze:
De Lyve Client-app maakt gebruik van het Service Location Protocol (SLP) om Lyve Mobile-apparaten in het netwerk te detecteren. Voor automatische detectie is het volgende vereist:
Als het IT-beleid van uw bedrijf SLP-netwerkbroadcasting belet, kunt u andere methoden gebruiken om het apparaat te detecteren in Lyve Client. Zie Alternatieve methoden voor apparaatdetectie hieronder.
Voordat u met de configuratie begint, moet u ervoor zorgen dat een Windows-computer of Mac waarop de Lyve Client Software-app wordt uitgevoerd, toegang heeft tot hetzelfde beheernetwerk dat verbonden is met de Ethernet-beheerpoort aan de achterzijde van de Rackmount Receiver.
Het ledlampje op het apparaat dat in de Lyve Mobile Rackmount Receiver is geplaatst, knippert wit tijdens het opstartproces en wordt een van deze twee kleuren, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen van uw apparaat:
Ononderbroken oranje: geeft aan dat het apparaat klaar is om te worden ontgrendeld en wacht op beveiligingsreferenties.
Ononderbroken groen: het apparaat is ontgrendeld en klaar voor gebruik.
Als uw netwerkomgeving een Multipath I/O (MPIO)-framework ondersteunt, moet u ervoor zorgen dat MPIO is geïnstalleerd voordat u iSCSI configureert.
MPIO inschakelen:
sudo mpathconf --enable --with_multipathd y
Installeer de Lyve Client-app op een Windows- of Mac-computer die is aangesloten op het beheernetwerk. Links naar het installatieprogramma vindt u in het Lyve Management Portal:
U kunt Lyve Client-installatieprogramma's ook downloaden vanaf de ondersteuningspagina op www.seagate.com/support/lyve-client.
Open de Lyve Client-app.
Lyve Client ontgrendelt het apparaat automatisch als de beheercomputer in het verleden al eens met de Lyve Mobile Array verbonden is geweest en nog steeds over beveiligingsrechten beschikt. Als de beheercomputer het apparaat nooit eerder heeft ontgrendeld, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord voor het Lyve Management Portal invoeren in de Lyve Client-app.
Zodra Lyve Client de machtigingen heeft gevalideerd voor het apparaat dat op de computer is aangesloten, zal de ledlamp van het apparaat groen branden. Het apparaat is ontgrendeld en klaar voor gebruik.
Activity (Activiteit): een iSCSI-installatiemelding meldt u dat een installatie vereist is.
Devices (Apparaten): de statusindicator in het apparaatvenster geeft aan dat een installatie vereist is.
yum install iscsi-initiator-utils
iscsiadm -m discovery -t st -p IP-adres
waarbij IP-adres het IP-adres van de iSCSI-poort van de Rackmount Receiver is, bijvoorbeeld:
iscsiadm -m discovery -t st -p 192.168.99.100
Voorbeelduitvoer |
---|
192.168.99.100:3260,1 iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a 192.168.99.101:3260,2 iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a |
iscsiadm -m node -T IQN –l
waarbij IQN een iSCSI Qualified Name is. Bijvoorbeeld:
sudo iscsiadm -m node -T iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a –l
De IQN is te vinden in de uitvoer van de vorige detectieopdracht.
Voorbeelduitvoer |
---|
Logging in to [iface: default, target: iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a, portal: 192.168.99.100,3260] Logging in to [iface: default, target: iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a, portal: 192.168.99.101,3260] Login to [iface: default, target: iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a, portal: 192.168.99.100,3260] successful. Login to [iface: default, target: iqn.1995-03.com.dothill:01.array.000000000000-00000000.a, portal: 192.168.99.101,3260] successful. |
sudo mkdir /mnt/SEAGATE
sudo blkid
Voorbeelduitvoer |
---|
/dev/nvme0n1p1: UUID="40AA-21FC" TYPE="vfat" PARTUUID="e97d9f0d-c95d-4afd-a790-8abc41474070" /dev/nvme0n1p2: UUID="769fcf3e-1886-4cbb-b1f3-23745d390c96" TYPE="ext4" PARTUUID="8f8edcee-3f56-411a-a227-2bba1463bc25" /dev/nvme0n1p3: UUID="Z5wnnv-zSCu-cGD0-9ffc-37n1-1cKE-4usCIb" TYPE="LVM2_member" PARTUUID="b8f4bd59-c296-4e4d-9ad0-fc4cbb98a69f" /dev/mapper/ubuntu--vg-ubuntu--lv: UUID="882c9573-ea5e-4b8f-bb54-1aec9b1e8dea" TYPE="ext4" /dev/loop0: TYPE="squashfs" /dev/loop1: TYPE="squashfs" /dev/loop2: TYPE="squashfs" /dev/sdc2: LABEL="LYVE" UUID="22A6-E95E" TYPE="exfat" PARTLABEL="Basic data partition" PARTUUID="522a0547-f77f-4679-ae8a-2ded5b651f65" /dev/sdb2: LABEL="LYVE" UUID="22A6-E95E" TYPE="exfat" PARTLABEL="Basic data partition" PARTUUID="522a0547-f77f-4679-ae8a-2ded5b651f65" /dev/mapper/mpatha-part2: LABEL="LYVE" UUID="22A6-E95E" TYPE="exfat" PARTLABEL="Basic data partition" PARTUUID="522a0547-f77f-4679-ae8a-2ded5b651f65" /dev/sde2: LABEL="LYVE" UUID="22A6-E95E" TYPE="exfat" PARTLABEL="Basic data partition" PARTUUID="522a0547-f77f-4679-ae8a-2ded5b651f65" /dev/sdd2: LABEL="LYVE" UUID="22A6-E95E" TYPE="exfat" PARTLABEL="Basic data partition" PARTUUID="522a0547-f77f-4679-ae8a-2ded5b651f65" /dev/sdc1: PARTLABEL="Microsoft reserved partition" PARTUUID="78b2177e-c5a1-4b1f-8db3-6350ae11f05a" /dev/sdb1: PARTLABEL="Microsoft reserved partition" PARTUUID="78b2177e-c5a1-4b1f-8db3-6350ae11f05a" /dev/mapper/mpatha-part1: PARTLABEL="Microsoft reserved partition" PARTUUID="78b2177e-c5a1-4b1f-8db3-6350ae11f05a" /dev/mapper/mpatha: PTUUID="25a51dc7-9ffc-4000-b1dd-e7b9bd81a375" PTTYPE="gpt" /dev/sde1: PARTLABEL="Microsoft reserved partition" PARTUUID="78b2177e-c5a1-4b1f-8db3-6350ae11f05a" /dev/sdd1: PARTLABEL="Microsoft reserved partition" PARTUUID="78b2177e-c5a1-4b1f-8db3-6350ae11f05a" |
sudo mkfs.ext4 -L LYVE /dev/disk/by-uuid/unieke ID
waarbij unieke ID de UUID is voor de Lyve-schijf die wordt vermeld in de blkid-uitvoer, bijvoorbeeld:
sudo mkfs.ext4 -L LYVE /dev/disk/by-uuid/22A6-E95E
Voorbeelduitvoer |
---|
Creating filesystem with 23413075456 4k blocks and 1463318528 inodes Filesystem UUID: b2fc70de-a95e-43ef-9008-c8ec4a5a12c6 Superblock backups stored on blocks: 32768, 98304, 163840, 229376, 294912, 819200, 884736, 1605632, 2654208, 4096000, 7962624, 11239424, 20480000, 23887872, 71663616, 78675968, 102400000, 214990848, 512000000, 550731776, 644972544, 1934917632, 2560000000, 3855122432, 5804752896, 12800000000, 17414258688 Allocating group tables: 0/714511 658404/714511 done Writing inode tables: 0/714511 done Creating journal (262144 blocks): done Writing superblocks and filesystem accounting information: 0/714511 28/714511 done |
sudo vi /etc/fstab
# SEAGATE iSCSI device
/dev/disk/by-uuid/unieke ID /mnt/SEAGATE ext4 _netdev 0 1
waarbij unieke ID de UUID is voor de Lyve-schijf die wordt vermeld in de blkid-uitvoer, bijvoorbeeld:
/dev/disk/by-uuid/b2fc70de-a95e-43ef-9008-c8ec4a5a12c6 /mnt/SEAGATE ext4 _netdev 0 1
Koppel de schijf door het volgende in te voeren:
sudo mount –a
Wijs toegangsrechten toe door het volgende in te voeren:
sudo chmod machtiging /mnt/SEAGATE
waarbij machtiging de gewenste chmod-instelling in de modus absolute of symbolic is; bijvoorbeeld:
sudo chmod 777 /mnt/SEAGATE
Als uw console vastloopt bij de netwerkconfiguratie, moet u mogelijk de volgende opdracht toevoegen aan elke interface in het IP-configuratiebestand:
(00-installer-config.yaml) optional: true