Externe back-up: Lokaal netwerk
Zorg voordat u onderstaande instructies opvolgt dat:
- De NAS-bron- en doelapparaten ingeschakeld zijn.
- Het NAS OS-doelapparaat met hetzelfde netwerk is verbonden als uw NAS OS-bronapparaat.
- De Netwerkback-upshare is geactiveerd voor het NAS OS-doelapparaat.
- Ga naar NAS OS in een internetbrowser en kies Back-up.
- Kies Back-up toevoegen om de wizard Back-up en Herstel te starten.
- Selecteer Netwerkback-up en kies Volgende.
- Selecteer de mappen waarvan u een back-up wilt maken en kies Volgende.
- Selecteer Seagate NAS om een back-up te maken op een ander NAS OS-apparaat en kies dan Volgende (zie Externe back-up: Rsync voor met rsync compatibele NAS).
- De wizard zoekt en toont de geschikte NAS OS-apparaten in het lokale netwerk. Kies het keuzerondje naast de doel-NAS en voer onderaan in het venster het wachtwoord voor de Network Backup in (zie Externe back-ups: de Network Backupserver activeren voor meer informatie over het wachtwoord voor de Network Backupserver).
- Als het NAS OS-apparaat wel is vermeld, maar niet kan worden geselecteerd, dient u de Network Backupserver in te schakelen. Zie Externe back-ups: de Network Backupserver activeren.
- Wanneer het NAS OS-apparaat niet in de lijst is vermeld, controleer dan of het is ingeschakeld en niet in de slaapstand staat. Zie Eco.
- Kies Volgende.
- Het venster met geavanceerde parameters biedt vier opties voor uw back-uptaak. Zie onderstaande uitleg. Het is niet verplicht om een of meer parameters te selecteren om door te gaan met de back-up:
- Beveiligde gegevensoverdracht maakt gebruik van versleuteling tijdens de gegevensoverdracht. De gegevens zijn na opslag op de doel-NAS niet langer versleuteld. Deze optie is ideaal voor offsite back-ups.
- Het comprimeren van gegevens tijdens een overdracht optimaliseert de overdrachtssnelheid voor de gegevens. De gegevens worden alleen tijdens de overdracht gecomprimeerd. Hoewel deze optie goed werkt bij netwerken van lage bandbreedte, kan het de prestaties van de NAS wel beïnvloeden.
- Alleen aangepaste bestandsdelen verzenden kan het best gebruikt worden bij back-ups die bestanden bevatten die groter zijn dan 50 MB. Wanneer u bijvoorbeeld een document bewerkt waar al een back-up van werd gemaakt, worden bij de volgende back-up alleen de wijzigingen gekopieerd. Deze optie kan de prestaties van de NAS beïnvloeden.
- Bewaar de bestanden in de doelmap bewaart de bestanden op de doel-NAS, zelfs wanneer ze worden verwijderd uit de oorspronkelijke map op de NAS-bron.
- Kies Volgende.
- Stel de frequentie voor de back-ups in.
- Handmatig: u moet de back-up zelf opstarten.
- Gepland: de back-up begint op het ingeplande tijdstip.
- Voer een naam in voor de back-uptaak en kies dan Volgende. De naam wordt vermeld in de takentabel op de back-uppagina. Dit is ook de naam van de back-upmap in het doelvolume.
- Bevestig de instellingen voor de back-ups op de overzichtspagina. Als u meteen de back-up wilt beginnen te maken, laat dan het vakje onder het overzicht ingeschakeld en kies Voltooien.
Handmatige back-ups
Een handmatige back-up moet door de beheerder worden gestart:
- Navigeer naar de pagina voor back-ups op de NAS OS..
- Zoek de handmatige back-uptaak die u wilt starten en plaats de cursor uiterst rechts op de rij om de grijze pijl te activeren.
- Klik op het pictogram van de grijze pijl van de back-uptaak om de back-up te starten.