Hulp krijgen
Bekijk de onderstaande lijst met onderwerpen over foutopsporing voor antwoorden op eventuele vragen tijdens de installatie en gebruik van uw Seagate-product.
Aanvullende technische hulp voor de producten van Seagate is online beschikbaar via Seagate ondersteuning.
Raadpleeg voor contactinformatie de lijst met mogelijkheden via Neem contact met ons op.
Opmerking: interactieve foutopsporing, een zeer effectieve methode voor het oplossen van problemen met uw product, is beschikbaar via www.seagate.com/support/.
Updates voor de software
De automatische updates van de NAS lijken niet te werken.
V: Heeft uw NAS toegang tot internet? Gebruikt u een proxyserver om toegang tot internet te verkrijgen?
A: Seagate brengt regelmatig updates van firmware uit die de functionaliteit van producten verbeteren. De automatische updatefunctie op de pagina Ondersteuning meldt het u wanneer er nieuwe firmware beschikbaar is voor uw apparaat. Om de meest recente firmware te zoeken en te downloaden heeft de NAS internettoegang nodig. Bevestig dat de NAS internettoegang heeft en voeg zo nodig uw proxyserver toe aan de netwerkinstellingen van de NAS (zie Netwerk voor details).
Als de problemen met de automatische updates aanhouden, probeer dan de onderstaande alternatieve methode. De beheerder dient de stappen te voltooien met een share die:
- persoonlijk is en
- de beheerder toegangsrechten voor lezen en schrijven biedt
- Download de meest recente NAS OS-capsule voor uw product. Ga naar de pagina Ondersteuning voor de Seagate NAS en kies uw product. De meest recente firmwarecapsule dient beschikbaar te zijn om te downloaden.
- Koppel de persoonlijke share aan uw computer terwijl de capsule wordt gedownload.
- Creëer op het rootniveau van de persoonlijke share een map met de naam Update (hoofdlettergevoelig).
- Kopieer de capsule naar de map Update.
- Start de NAS opnieuw op.
- De update begint automatisch.
Fouten in de netwerkverbinding opsporen
De shares van de NAS zijn niet zichtbaar in het netwerk.
V: Is de stroomtoevoer naar de NAS ingeschakeld en brandt het statuslampje?
A: Zorg ervoor dat de stroomtoevoer correct is aangesloten, dat het systeem is ingeschakeld en dat het contactpunt is aangesloten of van voldoende stroom wordt voorzien.
V: Knippert het statuslampje aan de voorzijde van het apparaat uitzonderlijk lang?
A: Zie Gedrag van de ledlampjes voor details.
V: Hebt u de juiste installatiestappen opgevolgd?
A: Raadpleeg de handleiding en de snelstartgids van de NAS OS.
V: Zijn beide uiteinden van de ethernetkabel stevig aangesloten?
A: Ontkoppel de ethernetkabel, wacht 10 seconden en sluit deze vervolgens opnieuw aan.
Zorg ervoor dat de interfaceconnectoren correct zijn uitgelijnd. De ethernetkabel kan op slechts één manier worden geplaatst. Zorg ervoor dat deze onder de juiste hoek wordt geplaatst.
Controleer of de ethernetkoppelingen recht zijn en volledig in de ethernetpoorten zijn geplaatst.
IP-adres
V: Een probleem met het IP-adres?
A: De NAS is standaard geconfigureerd om het IP-adres bij de DHCP-server op te halen. Als een DHCP-server uw netwerk beheert en u geen toegang tot uw NAS kunt krijgen, bekijk dan het logboek van uw DHCP-server. Start de Seagate Network Assistant om het IP-adres van uw NAS te zoeken (zie Seagate Network Assistant). Het product voert APIPA uit om zichzelf een IP-adres toe te wijzen als er geen DHCP-server wordt gedetecteerd. Controleer ook of uw computer op hetzelfde netwerk is aangesloten als de NAS.
V: Hoe kan ik het openbare IP-adres vinden voor geavanceerde functies zoals offsite back-ups en externe FTP-toegang?
A: U kunt het openbare IP-adres vinden door hier te klikken. U dient een computer te gebruiken die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de NAS.
Foutopsporing op de multimediaserver
Ik kan de op de NAS opgeslagen bestanden niet zien.
V: Zijn de mediabestanden opgeslagen in een openbare share? Is de multimediaservice ingeschakeld?
A: UPnP AV-apparaten kunnen mediabestanden vinden in openbare shares. Bepaalde apparaten kunnen moeite hebben met het vinden van bestanden in een persoonlijke share of u wordt om een wachtwoord gevraagd. Zorg ervoor dat de multimediaservice in de NAS OS is ingeschakeld (zie Mediaserver voor meer informatie).
Windows Media Player
V: Ik kan de Windows-mediaspeler niet configureren om alle bestanden op de NAS te vinden.
A: De Windows-mediaspeler moet de mediabestanden die in openbare shares zijn opgeslagen, kunnen afspelen.
V: De Windows-mediaspeler herkent bepaalde bestanden niet.
A: De Windows-mediaspeler heeft beperkingen op het gebied van bestandsindelingen. Raadpleeg de website van de Windows-mediaspeler voor meer informatie: http://windows.microsoft.com/en-US/windows/products/windows-media-player.
iTunes
V: Sommige bestanden zijn wel zichtbaar in mijn gedeelde afspeellijst van iTunes™ en andere niet.
A: De iTunes-server ondersteunt alleen bepaalde bestandsindelingen. Raadpleeg de website van iTunes voor meer informatie: http://www.apple.com/itunes/.
V: Ik heb de iTunes-service van NAS ingeschakeld, maar ik zie in iTunes niet de machinenaam.
A: Zorg ervoor dat het vakje naast Gedeelde bibliotheken in de iTunes-voorkeuren is ingeschakeld.
V: Waarom worden bestanden die op de NAS zijn opgeslagen niet zichtbaar in iTunes?
A: De service voor de iTunes-server biedt alleen toegang tot openbare mappen. Zet uw muziek in openbare mappen wanneer u die met behulp van iTunes wilt afspelen.
Met UPnP/DLNA compatibele spelcomputers en settopboxes
V: Sommige bestanden die op de NAS zijn opgeslagen, worden wel op mijn met UPnP/DLNA compatibele apparaat weergegeven en andere niet.
A: Elke UPnP/DLNA-mediaspeler stelt eigen beperkingen aan de bestandsindelingen. Bekijk de respectieve websites en documentatie voor volledige lijsten van de compatibele bestandsindelingen.
Fouten opsporen in uitbreidingsapparatuur
Ik heb een USB-schijf aan de behuizing gekoppeld, maar de schijf wordt niet op de opslagpagina weergegeven.
V: Wordt het bestandssysteem van de schijf door NAS OS ondersteund?
A: NAS OS herkent externe harde schijven met de volgende bestandssystemen: FAT32, NTFS, HFS+, EXT2, EXT3, EXT en XFS. Als het bestandssysteem van uw schijf hier niet is vermeld, formatteer de schijf dan opnieuw en koppel deze daarna opnieuw aan de NAS.
Ik kan een bestand niet vanuit een share kopiëren naar de DAS die met mijn NAS is verbonden.
V: Is de DAS in FAT32 geformatteerd en is het bestand groter dan 4 GB?
A: Bestanden die groter zijn dan 4 GB kunnen niet naar een FAT32-medium worden gekopieerd.
Geluid uit de schijf en VGA-monitor
Ik vind dat de harde schijf ongebruikelijke geluiden maakt.
V: Klinkt het geluid als "zacht klikken" of "hard klikken"?
A: Zacht klikken kan het standaardgeluid zijn dat een harde schijf maakt bij normaal gebruik. Dit is normaal als de harde schijf verder goed functioneert. Harde schijven waarschuwen gewoonlijk niet dat er problemen zijn voordat ze defect gaan, dus een klikkend geluid van een functionerende harde schijf betekent niet dat de schijf op het punt staat defect te gaan. U kunt de status van uw harde schijven controleren door een SMART-test uit te voeren (zie Monitoren).
Hard klikken is een zeer waarneembaar geluid en lijkt op het geluid dat u hoort bij contact tussen twee metalen. Dit geeft meestal aan dat er sprake is van een fysiek defect. Als de schijf geen traumatische impact heeft ondervonden voordat dit optrad, beschouw het dan als zacht klikken en voer een foutopsporing uit voor het probleem, zoals hierboven wordt aanbevolen.
De VGA-monitor die ik aan de NAS heb gekoppeld, lijkt een signaal te ontvangen, maar het scherm blijft zwart.
V: Hoe lang was de VGA-monitor aan de NAS gekoppeld?
A: Het VGA-signaal keert binnen enkele minuten terug naar de energiebesparende stand. Als de monitor een signaal lijkt te ontvangen, maar er wordt geen beeld weergegeven, probeer dan een USB-toetsenbord aan te sluiten op een van de USB-poorten van de NAS. Tik op een van de toetsen om het VGA-signaal van de NAS te bekijken.
Fouten opsporen in de actieve directory (AD)
Hieronder vindt u algemene aanbevelingen voor foutopsporing om problemen met de AD op te lossen.
NAS OS
- Bevestig dat uw NAS met de nieuwste NAS OS-firmware werkt (zie Ondersteuning).
- Controleer Monitoring om het CPU-verbruik te bekijken (zie Monitoring). U kunt verbindingsproblemen met de AD ondervinden wanneer de CPU-belasting hoog oploopt. Acties of taken die de CPU kunnen belasten zijn onder andere:
- RAID-synchronisatie (wacht in dit geval tot de RAID is gemaakt)
- Er worden meerdere downloadtaken verwerkt (stop of wacht tot de download is voltooid)
- Herindexering van multimedia (deactiveer UPnP)
- Er worden back-ups gemaakt (stop of wacht tot de back-ups zijn voltooid)
- Er worden gelijktijdig meerdere taken voor gegevensoverdracht naar/van de NAS van de computers op het netwerk uitgevoerd (wacht tot de overdrachttaken zijn voltooid)
- Zorg ervoor dat het adres van de DNS-server die de NAS ontving een domein-DNS is, niet een internet-DNS dat door een internetprovider werd aangeboden (zie Netwerk). De NAS moet verbonden zijn met het lokale netwerkdomein, niet met een server op het internet. Zorg er daarom voor dat de DNS-server op een lokaal netwerk een IP-adres aan de NAS toewijst. Probeer de DNS-server vanuit een computer op hetzelfde netwerk te pingen om te controleren of de NAS gebruikmaakt van een DNS-IP-adres.
- Algemeen > Werkgroep/Domein (zie Algemeen):
- Voer de volledig gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) van het domein in. Bijvoorbeeld:
directory-voorbeeld.domein.com (Gebruikers actieve directory en computertool op primaire domeincontroller) - Gebruikersnaam van de beheerder: de gebruikersnaam van de AD-beheerder.
- Wachtwoord van de beheerder: het wachtwoord van de AD-beheerder.
- Geavanceerde criteria (optioneel).
- De servernaam is de hostnaam van de domeincontroller
- De server-IP is de IP van de domeincontroller
Actieve directory
De AD-beheerder kan het volgende controleren:
- Controleren of de Kerberos-server en de Time-server in het DNS van het domein zijn geregistreerd, zodat de NAS verbinding kan maken. De Kerberos- en Time-server moeten toegankelijk zijn voor de NAS, omdat deze servers betrokken zijn bij het koppelingsproces.
- Bevestig dat het machinenaamobject in de juiste container wordt geplaatst (niet de standaard "computer"-container) en controleer de toegangsrechten voor de machinenaam (zoals wie er kan inloggen). Wis zo nodig de machinenaam om het object in de AD te resetten. De domeinbeheerder kan een computeraccount creëren in de AD en het in de juiste container plaatsen voordat de NAS aan het domein wordt gekoppeld (de accountnaam van de computer is de naam van de NAS).
- Subdomeinen kunnen problemen veroorzaken bij het koppelen aan een domein. Bevestig dat het juiste domein wordt gebruikt en controleer de locatie/rechten van het object voor de machinenaam. Bekijk ook of de gebruiker tot een ander subdomein behoort. Controleer de rechten van de gebruiker als dit het geval is om vast te stellen of er sprake is van een autorisatieconflict dat de toegang tot de NAS belemmert.