In dit artikel vindt u informatie over wat u moet doen als Toolkit een melding geeft dat de schijf vol is.
Wanneer u gegevens naar de schijf kopieert en plakt, of een back-up- of spiegelopdracht uitvoert met Toolkit, dient u zelf te bepalen welke gegevens op de schijf behouden moeten blijven en welke gegevens moeten worden verwijderd of naar andere opslaglocaties moeten worden verplaatst (zoals een grotere externe schijf).
Als u alleen een back-up naar de schijf uitvoert, kunt u het best de map C_Archive op de schijf verwijderen. U vindt deze map hier:
- X:\Toolkit\Backup\Computernaam
- X = de stationsaanduiding van uw schijf
Hier ziet u C_Archive staan. Deze map bevat versies van bestanden die in de back-up zijn opgenomen. U kunt deze map verwijderen om ruimte vrij te maken.
Als hiermee niet voldoende ruimte wordt vrijgemaakt, kunt u ook het back-upschema verwijderen en een nieuw schema maken waarbij alleen een back-up van de noodzakelijke gegevens wordt gemaakt. Hierdoor worden alle gegevens uit het schema en van de schijf verwijderd. Zorg er dus voor dat de gegevens nog steeds op de computer of op een andere locatie staan voordat u deze stap zet.
Een back-upschema verwijderen:
- Klik in het hoofdmenu op Backup (Back-up).
- Klik op Delete Plan (Schema verwijderen).
- Als u alle bestanden wilt verwijderen die door het back-upschema worden beheerd en waarvan een back-up naar het apparaat is gemaakt, schakelt u het selectievakje Delete all files backed up the device (Alle bestanden verwijderen waarvan een back-up naar het apparaat is gemaakt) in.
- Klik op Delete (Verwijderen) om uw keuze te bevestigen.
Een Geavanceerd schema instellen:
Verwijder het oude schema en klik vervolgens op Custom Backup Plan (Aangepast back-upschema).
Klik op ADVANCED (GEAVANCEERD) als u alleen de opties wilt selecteren die u nodig hebt.
Gebruik de zijbalk en het inhoudsvenster om handmatig bestanden en mappen te selecteren.
U kunt meerdere items aan de rechterkant selecteren (markeren) met behulp van de toets Shift of Ctrl op het toetsenbord.
U selecteert als volgt een reeks items in een lijst:
- Klik op de eerste map.
- Houd de Shift-toets op het toetsenbord ingedrukt.
- Klik op de laatste map.
U selecteert als volgt meerdere items op verschillende locaties op de computer:
- Klik op een map.
- Houd de Ctrl-toets op het toetsenbord ingedrukt.
- Blijf op mappen klikken.
Zodra u de inhoud hebt geselecteerd, klikt u op NEXT (VOLGENDE). Voltooi de actie door te selecteren wat de bestemming is en hoe vaak u back-ups wilt maken.
De spiegelmap maakt deel uit van de back-up als deze zich bevindt in een map of directory die voor back-up is gepland. Als u een back-uptaak en een synchronisatietaak uitvoert, kunt u overwegen alleen een back-uptaak of alleen een synchronisatietaak uit te voeren en niet beide taken tegelijk. U kunt er ook voor kiezen om de spiegelmap op te slaan op een locatie op de computer waarvan geen back-up wordt gemaakt.